top of page

Hoe je in beweging komt


Beweging is natuurlijk. Niet bewegen is tegen-natuurlijk. In die zin is het onmogelijk om niet te bewegen. Wij zijn creërende wezens. Helaas zijn we ook in staat een hoop ellende tot stand te brengen. Het maakt namelijk niet uit welke kant we heen bewegen, daarvoor hebben we onze vrije wil. We kunnen dus het spel spelen dat we willen, daarin zijn we vrij. Natuurlijk, zoals bij elk spel, zijn er wel een paar regels. Zo kun je wensen dat je een wereldberoemde gitarist bent, maar als je niet bereid bent om heel veel te oefenen en er veel tijd in te steken, is de kans klein dat dit morgen zomaar gebeurt. Wij zijn altijd gebonden aan bepaalde grenzen als we iets in beweging willen zetten. Waarschijnlijk is dit maar goed ook, want anders zouden er soms ook ongewenste zaken te snel tot stand komen. Ik heb regelmatig impulsieve ideeën gehad, waarvan ik achteraf maar blij ben dat die niet direct gerealiseerd werden.

Hoe krijg je het nu voor elkaar dat de beweging die onvermijdelijk is ook de richting op gaat die jij wenst en die mogelijk iets positiefs toevoegt aan de wereld?

Dit heeft vaak te maken met afleiding. Als je de richting waar je heen wilt ziet als een pijplijn waar water door stroomt, dan zijn jouw afleidingen gaten in die pijp. Als er teveel gaten in die pijp zitten, komt het aan het einde maar een iel stroompje water uit. Van je grote dromen is dan niet veel tercht gekomen.

De kunst van het dichten van de gaten in jouw pijplijn is dan ook belangrijk. Waardoor word jij afgeleid? Zodra je dat weet kun je je energie weer richten op wat je wèl wilt. In willekeurige volgorde en uit eigen ervaring: surfen op internet, koffie drinken in de stad, aandacht voor lichamelijk ongemak, boos zijn op deze of gene, je bezig houden met wat er in de wereld niet klopt (Trump), aanschaf van iets nieuws, etc.

Wat hierbij helpt is je beseffen waar je echt invloed op hebt en waarop niet. Ik heb geen invloed op de situatie in de wereldpolitiek, niet op het gedrag van een collega of familielid, op reclame in mijn omgeving, op het weer, op herrie van de buren. Ofwel: al die mensen en situaties kan ik niet met 100% zekerheid veranderen. Beter richt ik dus mijn energie op dingen waar ik wel invloed op heb. Ik kan ergens over praten met iemand, in plaats van te roddelen over die persoon. En sommige dingen kan ik beter loslaten (bijvoorbeeld: politiek).

Andere gaten kan ik dichten door meer bewust met mijn aandacht om te gaan: ik hoéf niet te surfen, ik hoef niets nieuws, ik kan ook thuis koffie drinken, etc. Die dingen kan ik door me er bewust van te zijn ook doseren. Bovendien door de wet van de afnemende meeropbrengst geeft het vierde nieuwe ding een stuk minder voldoening dan het eerste.

Doordat je op den duur nog maar een paar kleine gaten overhoudt (accepteer die maar liever), komt er veel meer van je doelen terecht.


bottom of page